VERKLARING OVER DE DEVOTIE
door de Begeleidingscommissie bisdom Haarlem
December 2008

Kortgeleden is een actie gestart van enkele kardinalen voor een vijfde mariaal dogma. Inmiddels is hieruit een wereldwijde dialoog ontstaan. In de actie weerspiegelt zich ook de devotie tot Maria als de Vrouwe, de Moeder van alle Volkeren. Ook hebben de boodschappen die Maria in de jaren 1945 tot 1959 aan de Amsterdamse zieneres, Ida Peerdeman, had gegeven, in onze tijd een toenemende actualiteit en herkenbaarheid gekregen. Tegelijk blijkt uit een recente publicatie tegen de devotie van Amsterdam hoezeer het enkele opponenten ontbreekt aan werkelijke dossierkennis. Daarom zetten wij de ontwikkeling en kerkelijke positie van de devotie nog eens kort voor u op de rij. Ook vindt u hier een kort overzicht van de boodschappen, in de context van de actualiteit van de wereldsituatie.

We hopen u met deze informatie van dienst te zijn.

Kort overzicht van ontstaan en ontwikkeling
van de devotie tot Maria als de Vrouwe van alle Volkeren.

Het begon op 25 maart 1945. Een Amsterdamse vrouw getuigt dat Maria haar verschenen is.

Het zou de eerste verschijning zijn in een reeks die duurt tot 1959. De zieneres verhaalt hoe Maria een nieuwe titel bekend maakt: “Ik ben de Vrouwe, Maria, Moeder van alle Volkeren”.

De boodschappen die zij ontvangt zijn als volgt samen te vatten: ‘De Vrouwe sprak over grote gevaren die kerk en wereld bedreigen, maar ook over een nieuw tijdperk dat komen gaat. Zij sprak over de zending die zij van de Vader en de Zoon had ontvangen om de volkeren van deze tijd tot eenheid te brengen in de ware heilige Geest, en ze terug te voeren naar Christus en zijn Kruis. Ze gaf een nieuw gebed en beloofde onder deze titel en door dit gebed de wereld te mogen bewaren voor een grote wereldcatastrofe. Zij vroeg dat de Kerk haar officieel zou erkennen als Medeverlosseres, Middelares en Voorspreekster, opdat zij haar moederlijke zending ten volle zou kunnen vervullen’.

Aanvankelijk reageerde de eerste locale bisschop, Mgr. J. Huibers, gereserveerd. Wel gaf hij toestemming voor het ‘imprimatur’ op het gebed, maar verbood in 1956 op advies van een diocesane commissie vooralsnog de publieke verering, aangezien de bovennatuurlijke oorsprong (nog) niet vaststond (‘non constat’). De commissie gaf zelf aan nog geen definitieve conclusies te kunnen trekken, aangezien “verder onderzoek nodig was”. Overigens de verschijningen duurden nog voort en een uitspraak van de locale bisschop over de bovennatuurlijke oorsprong is dan vooralsnog niet aan de orde. Later nam de bisschop afstand van zijn eerste positie en bepleitte bij Rome en bij zijn opvolger een positievere houding. In een brief aan de toenmalige Aartsbisschop van Utrecht, Kardinaal Alfrink, schrijft hij: “Ik vraag me angstig af of we wel juist gehandeld hebben”. De voorspelling door de zieneres van de dood van paus Pius XII acht maanden tevoren, bevestigd door haar geestelijk leidsman, bracht hij ter kennis van de Congregatie. Ook de verklaringen van kroongetuigen uit het dossier maken onomstotelijk duidelijk dat de bisschop voor zijn dood in 1960 overtuigd was geraakt van de authenticiteit van de verschijningen.

Ook een nieuw, zij het beperkt, diocesaan onderzoek in 1974 kwam niet tot eindconclusies. Het herhaalde het ‘non constat’ van 1956 en gaf enkele aanbevelingen. De commissie stelde voor om de publieke devotie vrij te geven, maar los van de vraag naar de authenticiteit van de verschijningen.

De locale bisschop, Mgr. T. Zwartkruis, legde dit verzoek voor aan de Congregatie voor de Geloofsleer. Deze ging hier evenwel niet op in en bevestigde in 1974 de verklaring van de bisschop uit 1956. Als privé devotie ging het gebed over de wereld en werd in ongeveer 70 talen vertaald. Ruim 60 bisschoppen en kardinalen verleenden hun ‘imprimatur’.

Ondertussen had de devotie echter al een geheel onverwachte wending genomen. Opnieuw wordt bericht over een verschijning van Maria als “de Vrouwe van alle Volkeren”, maar nu in Akita te Japan. Voor de eerste maal in 1973. De Zusters van Eucharistische Aanbidding hadden een houten beeld laten maken naar het voorbeeld van het prentje van Amsterdam. Dagelijks baden ze het gebed voor het beeld. En toen gebeurden er wonderlijke dingen. 101 maal weende het beeld menselijke tranen, 5 maal in bijzijn van de bisschop zelf. Er werden genezingen gemeld van doofheid, blindheid, en van kanker. Eén van de zusters, Zr. Sasagawa, getuigt hoe Maria haar verscheen als “de Vrouwe van alle Volkeren”, alsook een engel, die samen met haar het gebed van Amsterdam bad. De locale bisschop, Mgr. Ito, start vervolgens met hulp van de universiteit van Akita een onderzoek. Na 10 jaar onderzoek, in 1984, verklaart hij de gebeurtenissen officieel als van bovennatuurlijke oorsprong. Op de schriftelijke vraag van de toenmalige bisschop van Haarlem, Mgr. H. Bomers, bevestigde hij dit in 1989 in een brief nogmaals met klem. Tweemaal pelgrimeerde hij zelf naar Amsterdam. In 1990 overleed hij. Zijn opvolger bevestigde de verklaring van zijn voorganger, maar noemde deze een persoonlijke mening.

Al in 1981 had de Congregatie haar positie bijgesteld en per brief de locale bisschop voorgesteld om de publieke devotie vrij te geven, maar gescheiden van de authenticiteitsvraag. Dit deed zij opnieuw in 1992 en vroeg daartoe het advies van de Nederlandse Bisschoppenconferentie. Dit advies was positief. In Oktober 1995 werd de toestemming voor de publieke vrijgave van de devotie door kardinaal J. Ratzinger nogmaals mondeling bevestigd. Derhalve werd in 1996 de publieke verering door Mgr. H. Bomers, samen met zijn hulpbisschop Mgr. J. Punt, vrijgegeven. De toenemende vraag van gelovigen en bisschoppen uit de hele wereld om een duidelijke stellingname van de locale bisschop t.a.v. de authenticiteit, vooral ook in het licht van Akita, bracht zijn opvolger, Mgr. Dr. J. Punt, ertoe een nieuw onderzoek in te stellen.

In 2002 erkende hij vervolgens de verschijningen van Amsterdam in essentie als authentiek.

Wel tekende hij daarbij aan dat er altijd een “menselijke factor” blijft bestaan, en dat een private openbaring, erkend of niet, “nooit het geweten van de gelovige bindt”. De Congregatie heeft de erkenningen door de bisschoppen van Akita en van Amsterdam niet bevestigd. Wel gaf zij haar toestemming voor de titel, het gebed en de publieke verering, maar verlangde dat de zinsnede ‘die eens Maria was’ zou worden weggelaten of veranderd om verwarring te voorkomen. De devotie manifesteert zich momenteel vooral als een mondiale gebedsactie om de komst van de heilige Geest over onze gewonde wereld, op voorspraak van Maria, de Vrouwe van alle Volkeren. De titel en het gebed hebben een uitzonderlijke actualiteit.

 december 2008
Begeleidingscommissie bisdom Haarlem (Amsterdam)

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie